Wij gebruiken cookies
Van Hall Larenstein gaat zeer zorgvuldig om met haar klanten informatie en zal deze gegevens nimmer aan derden ter beschikking stellen. Lees meer over ons Privacy- en Cookiebeleid.
Dit project wordt uitgevoerd in het OmgevingsLAB.
Waterschap Vallei en Veluwe wil de duurzame waterbelangen letterlijk en figuurlijk op de kaart te zetten bij gemeenten. Zij hebben dit verwoord in de Blauwe Omgevingsvisie (BOVI2050) en het Blauwe Omgevingsprogramma (BOP)(zie figuur). Maar de uitwerking in gemeentelijke omgevingsvisies en omgevingsplannen gaat echter niet vanzelf.
Uit onderzoek van het Kenniscentrum voor Natuur en Leefomgeving (KCNL) blijkt dat gemeentelijke omgevingsplannen heel krachtige aanknopingspunten bieden om waterbelangen structureel te borgen. En dat gemeenten niet goed weten hóe deze aanknopingspunten daadwerkelijk gebruikt kunnen worden. De complexiteit is groot. De juiste invulling wordt namelijk bepaald door verschillende landschapstypen en uiteenlopende wijktypen. Elke ondergrond en elk wijktype vraagt om een specifieke aanpak.
In het project wordt voor zandgrond en kleigrond onderzocht op welke wijze gemeentelijke omgevingsplannen optimaal kunnen bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van het watersysteem. De zandgronden zijn te vinden op de Veluwe en de kleigronden in de lager gelegen gebieden rondom de Nederrijn, de IJssel en de Randmeren.
Het onderzoek levert een advies met handelingsperspectief op dat eraan bijdraagt dat het natuurlijk systeem als structurerend principe centraal wordt gesteld in het gemeentelijk omgevingsbeleid met specifieke doorkijk naar het opstellen van het omgevingsplan. De specifieke doorkijk wordt hierbij
gekoppeld aan een of meerdere wijktypen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen wijken op zandgrond en op kleigrond. Onderdeel van het advies is het in beeld brengen van functioneren van het bodem- en watersysteem ter plaatse, van de mogelijkheden en beperkingen per wijktype en van de koppelkansen voor het bereiken van maatschappelijke meerwaarde. Op basis hiervan wordt advies gegeven over het proces om te komen tot systeemgerichte regels voor het omgevingsplan. Daarbij wordt ook ingegaan op instrumenten die het proces kunnen ondersteunen. De uitwerking van de regels zelf in bestuurlijk-juridische zin maakt geen deel uit van het project.
Het onderzoek loopt van februari tot en met juni 2021.
Lector/onderzoeker: Paul van Eijk en Peter Groenhuijzen
Opdrachtgever en projectpartners: Waterschap Vallei en Veluwe
Contactpersoon vanuit OmgevingsLAB: Frans van den Goorbergh
Betrokken opleidingen/docenten: Land- en Watermanagement, Peter Groenhuijzen