Maarten Fokma

“Ik wil een prettige leefomgeving creëren voor anderen”

Maarten Fokma (22) zit in het vierde en laatste jaar van zijn studie Management van de Leefomgeving in Velp. Hij liep het afgelopen halfjaar stage bij advies- en ingenieursbureau Arcadis. Maarten is nu begonnen met zijn afstudeerproject bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hier heeft hij al ervaren dat Management van de Leefomgeving een studie is die goed aansluit op het groeiende vakgebied van omgevingsmanagement.

Stagelopen als omgevingsmanager
Tijdens Maartens stage bij Arcadis kreeg hij de rol van junior omgevingsmanager. “Ik vond het leuk dat ik tijdens mijn stage heel veel kennis en vaardigheden heb kunnen gebruiken die ik in mijn opleiding heb geleerd.” Zo heeft Maarten een communicatie- en participatieplan op het gebied van klimaatadaptatie geschreven voor de gemeente IJsselstein. “Als omgevingsmanager moet je bewoners en experts verbinden, dus dan is het prettig als je breed bent opgeleid. ”

Mensen betrekken bij hun leefomgeving
Voor zijn afstudeeropdracht gaat Maarten zich verdiepen in (jongeren)participatie. “Ik ga onderzoeken hoe jongeren het best betrokken kunnen worden bij de beleidsvorming van het overheidsprogramma Integraal Riviermanagement.”  Wanneer Maarten klaar is met zijn afstudeeropdracht wilt hij verdergaan in deze richting: “Ik ben een echt mensenmens. In mijn werk later wil ik mij ook met mensen bezig houden; ik wil ervoor zorgen dat bewoners gehoord worden in projecten in hun leefomgeving”

Meer dan een sociale opleiding
Maarten heeft zich tijdens de studie zo veel mogelijk gespecialiseerd in de sociale kant van het vakgebied. Hij koos vaak de rol van verbinder tussen opdrachtgever en bewoners. Niet alles van de studie is sociaal, maar Maarten heeft aan de andere onderdelen ook veel gehad. “De meer technische aspecten van de opleiding, zoals klimaatadaptatie, zijn ook heel leerzaam voor mij. Ik kan er mijn sociale vaardigheden op toepassen. Bovendien begrijp ik mijn technische collega’s zo ook een stuk beter.”

Maarten Fokma